Het Engels heeft thunder en day, maar het Nederlands heeft in allebei die woorden een d: donder en dag. Hoe komt dat? Het Engels heeft de Germaanse medeklinkers behouden, terwijl in het late Oudnederlands de th-klank samenviel met de d.
Hieronder zie je enkele th-woorden tegenover d-woorden. (Hebben we het over het Germaans, dan wordt het teken þ voor de th-klank gebruikt.)
De tekst gaat na de afbeelding verder.

In het Duits werd die th-klank ook een d, maar de oorspronkelijke d had ondertussen al een andere weg genomen: die was veranderd in een t: Donner vs. Tag.
Hoe werd de th-klank een d in het Nederlands en Duits? Dat ging in twee stappen.
1.) De th-klank was oorspronkelijk een stemloze wrijfklank die klonk als in het Engelse thunder, fonetisch [θ]. Eerst werd hij stemhebbend, zoals in het Engelse the, fonetisch [ð]. Dat wil zeggen: de stembanden gingen trillen.
2.) Die wrijfklank [ð] werd vervolgens een plofklank: de d [d]. Vergelijk wat veel Nederlanders doen als ze Engels spreken: the wordt bij hen de.
Het Fries sloeg stap 1 over. Daar werd de wrijfklank [θ] direct de plofklank [t]. Die ontwikkeling deelt het Fries met het Deens, Noors en Zweeds: het Nederlandse drie staat tegenover het Friese trije en het Deense, Noorse en Zweedse tre.
Geef een reactie