Waar komt het Franse oui vandaan? Het is een combinatie van het oude o (ja) en il (hij). In het Oudfrans was het oïl en dat betekende ja als antwoord op een vraag met een hij als onderwerp. Stel je de volgende situatie voor:
Est-il parti? (Is hij vertrokken?)
– Oïl. (Ja, d.w.z. hij is vertrokken.)
Later werd oïl een algemeen ja-woord. Op weg naar het hedendaagse Frans veranderde het in oui.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Het Oudfrans kende ook zulke persoonlijke ja-woorden voor de andere grammaticale personen: oje, otu, oelle, onos, ovos, oïl (mannelijk meervoud, destijds zonder s) en oelles. Het West- en Oost-Vlaams hebben nog steeds vormen die vergelijkbaar zijn met die woorden: ook in die streektalen is ja versmolten met persoonlijke voornaamwoorden. In feite vervoeg je ja in die talen dus. Lees meer over de ja-vervoeging in het West- en Oost-Vlaams in deze post: https://taalaandewandel.wordpress.com/2021/02/12/ja-vervoeging/
Geef een reactie