Alle die mijn vergeten, en sullen die tijt niet weten

In het huisje van Roodkapjes grootmoeder in de Efteling staat een klok met het volgende opschrift: Alle die mijn vergeten, en sullen die tijt niet weten. Wat doet dat woord en daar? Het is niet het voegwoord en, maar het eerste deel van de oude tweeledige ontkenning en … niet.

Hoe kwam het Nederlands aan die tweeledige ontkenning? En hoe is hij uiteindelijk verdwenen? In dit artikel kijken we naar de geschiedenis van de ontkenning in het Nederlands en in het Frans, want de twee talen vertonen op dit vlak grote overeenkomsten. Dat is geen toeval, want in het Nederlands en Frans is iets gebeurd wat zo vaak gebeurt dat het een naam heeft gekregen: Jespersens Cyclus.

Hieronder kijken we eerst naar de ontwikkeling in het Nederlands; vervolgens gaan we naar het Frans.

Foto: Eftepedia.nl

Fase 1: één ontkenning: A
We beginnen zo’n 2500 jaar geleden. In de voorloper van het Nederlands, het gereconstrueerde Proto-Germaans, maakte je een ontkenning door het woord ne voor de persoonsvorm te zetten:
(1a) *Iz kwemidi.1 (Hij komt.)
(1b) *Iz ne kwemidi. (Hij komt niet.)
Dit noemen we fase 1: één ontkennend woord in de zin. Fase 1 duurde tot in het Oudnederlands:
(1c) Hē ne kumet.
Maar in die periode begon er iets te veranderen: de ontkenning werd weleens versterkt met een tweede element. Fase 2 brak aan.

Fase 2: twee ontkenningen: AB
In het Oudnederlands bestond het woord niewiht. Dat was een samenstelling van ne (niet), ie (om het even wat, dat ook in iets en ieder zit), en wiht (ding), dat voortleeft als het woord wicht (meisje, kind). Niewiht betekende dus zoiets als geen enkel ding of – simpeler gezegd – niks.2 Aanvankelijk werd het dan ook in die betekenis gebruikt:
(2) Hē ne hōret niewiht. (Hij hoort niks.)
Het woord ne was de ontkenning en niewiht betekende niks.

Later kwam niewiht ook in gebruik als versterking van de ontkenning. Eerst gebeurde dat alleen bij werkwoorden die een lijdend voorwerp – dus het woord niewiht – bij zich konden hebben, maar later bij alle werkwoorden. We spoelen door naar de Middelnederlandse periode:
(1d) Hī en comt ni(w)et. (Hij komt niet.)
In deze zin is en de reguliere ontkenning (hetzelfde woord als het Oudnederlandse ne, een vorm die overigens ook nog steeds bestond). Niwet of niet (ontstaan uit niewiht) is de versterking. Aanvankelijk was die versterking nog optioneel, maar later werd de ontkenning gewoon tweeledig: en … niet.3

Zo’n tweeledige ontkenning krijgt voet aan de grond doordat het oorsprokelijke bijwoord als te zwak wordt ervaren. Het woord en – uitgesproken als ‘n, met de [ə] van de – had weinig om het lijf.

In het West-Vlaams leeft de tweeledige ontkenning voort tot op de dag van vandaag, bijvoorbeeld in het dialect van Rozendaal (uit de RND, 1946):
(3) D’n carnaval ‘n is nie vele mè èviersd. (Carnaval wordt niet veel meer gevierd.)
In bepaalde Antwerpse en Vlaams-Brabantse dialecten bestaat de tweeledige ontkenning nog in bijzinnen – de constructie waarin hij het ook in het Nederlands nog lang volhield:
(4a) Ha komt nie. (alleen nie)
(4b) Ik peis dat ‘m nie en komt. (nie plus en)
In het Nederlandse Oost-Brabant bestond die situatie tot in de twintigste eeuw.

Optionele, dubbele ontkenningen als nooit geen en niemand niet zijn een ander verhaal. Daar ga ik hier verder niet op in.4

Fase 3: één ontkenning: B
In de zestiende eeuw treffen we in de schrijftaal ontkenningen aan zonder en, dus zonder het eerste deel. Dat woord, dat millennialang het enige was geweest, begon zijn functie dus over te dragen aan niet.

Deze ontwikkeling – zo blijkt uit de disseratie van Judith Nobels – werd ingezet in Noord-Holland en ging geleidelijk. De snelheid waarmee en verdween en de zinsconstructies waarin het gebruik ervan begon af te nemen, verschilden per regio. En [ən] werd bijvoorbeeld vaak weggelaten na woorden die op [ən] eindigden, zoals infinitieven (lopen, werken) en het woord men (dat destijds nog niet rijmde op hen). Uiteindelijk verdween en geheel:
(1f) Hij komt niet.

Je kunt de verandering als volgt samenvatten: A (ne) > AB (ne/en + niet) > B (niet). Dit A-AB-B-proces heet in de taalwetenschap Jespersens Cyclus, vernoemd naar de Zweedse taalwetenschapper Otto Jespersen, die het fenomeen beschreef.5 Het wordt een cyclus genoemd omdat het hele proces na stap B weer van voren af aan kan beginnen.

Jespersens cyclus is in allerlei talen geobserveerd. Niet alleen in het Nederlands, Engels en Duits, maar ook in bepaalde dialecten van het Arabisch en – dicht bij huis – het Frans. Onder de afbeelding zoomen we in op die taal.

Fase 1: één ontkenning: A
In het Latijn, de voorloper van het Frans, ontkende je een zin door (gewoonlijk) vóór de persoonsvorm het woord nōn te gebruiken:
(5a) Ille venit. (Hij komt.)
(5b) Ille nōn venit. (Hij komt niet.)

Die situatie bestaat nog steeds in Romaanse talen als het Italiaans, Spaans en Portugees:
(5c) Lui non viene.
(5d) Él no viene.
(5e) Ele não vem.

Het Oudfrans paste perfect in dat rijtje:
(5f) Il ne vient.
Het woord ne volstond dus geheel. Maar fase 2 kwam eraan.

Fase 2: twee ontkenningen: AB
Net als in het Nederlands ontstonden er in het Frans manieren om de ontkenning kracht bij te zetten. Het woord waarmee dat gedaan werd, had aanvankelijk iets te maken met het werkwoord:
(6a) Il ne marcha pas. (letterlijk: Hij liep geen stap.)
(6b) Jeo ne boif gote. (letterlijk: Ik drink geen drup.)
(6c) Ele ne manjüe mie. (letterlijk: Ze eet geen kruimel.)
De woorden pas, gote en mie – afkomstig van de Latijnse woorden passum (stap), guttam (drup) en mīcam (kruimel) – hadden dus een letterlijke betekenis.

Het woord pas werd aanvankelijk alleen in combinatie met werkwoorden van beweging gebruikt, maar later verloor het zijn letterlijke betekenis en werd het gewoon een versterking van de ontkenning. De ontkenning was nu tweeledig:
(5g) Il ne vient pas.

Dat gold ook voor gote > goutte, mie en andere versterkers. In het zeventiende-eeuwse werk van Molière kom je deze ontkenningswoorden nog volop tegen, maar op weg naar het hedendaagse Frans raakten ze op de achtergrond.

Fase 3: één ontkenning: B
Fase 2 is in het Frans nog niet voorbij. De tweeledige ontkenning met ne en pas is nog steeds in het hele Franse taalgebied standaardtaal. Maar in het gesproken Frans is fase 3 begonnen:
(5h) Il vient pas.
In alledaags Frans is de ne-loze ontkenning alomtegenwoordig. Of ne ooit geheel uit het Frans zal verdwijnen, is niet te zeggen.

  1. In de voorbeelden die in dit artikel langskomen, druk ik het onderwerp van de zinnen in alle talen voor de helderheid steeds expliciet uit met een voornaamwoord, maar tot in de middeleeuwen werd dat zowel in onze taal als in het Frans weggelaten tenzij het nodig was voor bijvoorbeeld nadruk. In het Italiaans, Spaans en Portugees is dat nog steeds zo.
  2. Het Duitse nicht en het Engelse not (niet) hebben dezelfde herkomst.
  3. Het woord niet betekent in deze zin dus niet meer niks. Het huidige niks-woord niets is oorspronkelijk de tweede naamval van niet. Niets werd oorspronkelijk in combinatie met werkwoorden gebruikt die een tweede naamval verlangden (vergeten, herinneren, lusten; Ic en vergat niets, zoals Ic vergat des mans) maar kreeg later de algemene betekenis niks.
  4. Er zijn heel wat dialecten waarin vormen van dubbele ontkenningen voorkomen (zoals mijn dialect: Dòr kwaam noôt gin man: Er kwam nooit iemand, letterlijk: Er kwam nooit geen mens), maar die verschillen van zuiver tweeledige als en … niet.
  5. Jespersen in zijn boek Negation in English and Other Languages (1917): “The history of negative expressions in various languages makes us witness the following curious fluctuation: the original negative adverb is first weakened, then found insufficient and therefore strengthened, generally through some additional word, and this in turn may be felt as the negative proper and may then in the course of time be subject to the same development as the original word.”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: