Het Franse woord huit (acht) komt net als het Spaans ocho, het Italiaanse otto en het Portugese oito van het Latijnse octō. Wat direct opvalt, is dat het Franse woord als enige met een h begint. Hoe komt huit aan die h?
Medeklinkers uit vervlogen tijden
In het Frans worden allerlei etymologische medeklinkers gespeld: medeklinkers die ooit in een woord zaten maar al eeuwen niets meer met de uitspraak te maken hebben. Neem compter (tellen) en temps (tijd); in het Oudfrans werden die woorden als conter en tens gespeld, want zo werden ze uitgesproken, maar later werd de n in mp veranderd om ze meer op hun Latijnse voorouders computāre en tempus te doen lijken.
De h is ook zo’n geval. Al in de eerste eeuw na Christus werd een woord als hospitem (gastheer) niet meer uitgesproken met een [h]: ospitem. In de twaalfde eeuw was dat woord in het Oudfrans oste geworden, en dat werd precies zo uitgesproken als het werd geschreven. Later kreeg het een etymologische een h: hoste, het huidige hôte. De uitspraak is uiteraard altijd h-loos gebleven.
Niet hoctō maar octō
Nu zou je kunnen denken dat elke h die geschreven wordt, duidt op een h uit vervlogen tijden. Maar waar komt de h in huit dan vandaan? Octō had er immers geen. En de h in huile (olie) en huître (oester)? Die woorden komen namelijk van olea en ostrea.
De overeenkomst van al deze woorden is dat ze de tweeklank ui [ɥi] bevatten. De h is ooit in gebruik genomen als hulp-h: hij werd toegevoegd om te voorkomen dat die ui als [vi] gelezen werd. Hoe zit dat precies?
Geen onderscheid tussen u en v
Tot in de achttiende eeuw werden in het Frans de letters u en v niet onderscheiden; het waren variaties van dezelfde letter. Zo tref je spellingen aan als uont in plaats van vont (ze gaan) en – andersom – pv in plaats van pu (gekund). Dat leverde weleens leesproblemen op. Er waren namelijk woorden als uit, uile en uitre, die zowel gelezen konden worden met een [v] als met de tweeklank ui [ɥi]. Met de uitspraak [v] ging het om de huidige woorden vit (leeft), vile (slecht) en vitre (ruit), maar met de tweeklank om de woorden die acht, olie en oester betekenen.
Om de verwarring weg te nemen ging men de woorden die met de tweeklank beginnen, met een h schrijven: huit, huile en huitre (of ook wel hvit, hvile en hvitre). Zo was er geen verwarring meer mogelijk, want er waren simpelweg geen woorden die met een h begonnen waar een [v]-klank op volgde. De combinatie hui/hvi kon dus alleen als tweeklank gelezen worden.
In 1762 besloot de Académie Française om de v voortaan te gebruiken voor de klank [v], en de u voor de klinker en de tweeklank – het huidige systeem, dus. Maar de hulp-h is nooit meer weggehaald.
In onderstaand overzicht is de ontwikkeling samengevat. Onder de afbeelding gaat de tekst verder.

Huevo en hueso
Soortgelijke hulp-h’s zijn ook in het Spaans in gebruik genomen. Huevo (ei) en hueso (bot) komen bijvoorbeeld van ovum en ossum, woorden die nooit met een [h] uitgesproken zijn geweest maar zonder letter h gelezen konden worden als vevo en veso. Alle woorden die nu met de tweeklank ue beginnen, hebben zo’n hulp-h gekregen. Ze hebben hem nog steeds, ook al is hij niet meer nodig.
Geef een reactie