Dubbelvormen in zes talen

Afgelopen week heb ik op mijn Twitter-account elke dag een lijstje met doubletten uit een andere taal gepubliceerd. Doubletten zijn etymologische dubbelvormen: woorden die op een andere manier in de taal terechtgekomen zijn, van elkaar verschillen in vorm en betekenis, maar dezelfde herkomst hebben - in dit geval een Latijns woord. In dit artikel toon... Lees verder →

De vele gedaanten van ‘lijk’

Wat hebben lijk, gelijk, -lijk, (ge)lijken, liken, lichaam, litteken, likdoorn, zulk, elk en welk gemeen? Op het eerste gezicht alleen de letter l, maar er is meer: al deze woorden bevatten één en dezelfde woordstam. In dit artikel vertel hoe ik de bonte woordfamilie daaruit is ontstaan. Aan de basis van alle genoemde woorden ligt... Lees verder →

Lord en lady: broodmensen

Sommige samenstellingen van woorden raken zo vergroeid dat er na eeuwen slijtage geen samenstelling meer in te herkennen is. Dat is bijvoorbeeld gebeurd met de Engelse woorden lord en lady. Die stammen namelijk af van de Oudengelse samenstellingen hlāfweard en hlǣfdīġe. Hoe deze twee woorden zijn ontstaan, wat ze oorspronkelijk betekenden en hoe ze in... Lees verder →

Stier, toro en de s-mobile

Ons woord stier heeft dezelfde oorsprong als het Spaanse toro. Ook smelten en het Engelse to melt gaan terug op hetzelfde woord, net als strot en throat. Wat hebben die drie woordparen gemeen? Een van de twee woorden heeft steeds een s- die in het andere ontbreekt. Over die wisselvallige s- gaat dit artikel. Reconstructie... Lees verder →

Oogst, augustus en de pluktijd

Het woord oogst gaat terug op hetzelfde woord als augustus: de Latijnse naam Augustus. In dit artikel vertel ik hoe dat precies zit. Je komt ook te weten wat het woord herfst, het Engelse to earn en het Friese earnje met dit thema te maken hebben. Verder maken we wat korte uitstapjes naar een aantal... Lees verder →

Apotheek, boetiek, bodega

De Nederlandse woorden apotheek, boetiek en bodega hebben dezelfde oorsprong. Alle drie komen ze namelijk van het Oudgriekse ἀποθήκη (apothēkē) 'opslagruimte'. Dat woord heeft een succesvolle carrière gehad. Eerst kwam het in het Latijn terecht en vervolgens kreeg het in de Romaanse dochtertalen nazaten. De nazaten boutique en bodega zijn uiteindelijk in veel talen ontleend.... Lees verder →

Nemen en komen: verloren zussen

Komen behoort tot de groep sterke werkwoorden waar ook nemen, stelen en breken in zitten. Hoe komt het dan dat het komen is en niet kwemen? *KwemanąPhilippa e.a. (2003-2009) stellen dat komen van het Proto-Germaanse *kwemaną komt - dat dus wél een e had. (De ą staat voor de nasale /ɑ̃/ die we ook in... Lees verder →

Zon, soleil en helios: zonnewoorden

Ze heeft een doorsnee van bijna 1,4 miljoen kilometer en onze wereld past er 1,3 miljoen keer in. Ze zet elke seconde 700 miljoen ton waterstof om in helium, produceert zodoende per seconde evenveel energie als honderd miljard atoombommen van een megaton, en doet dat al 4,6 miljard jaar lang onafgebroken. Doordat ze ons precies... Lees verder →

De zeven Nederlandse gedaanten van ‘cadentia’

Sommige woorden zijn meer dan één keer in onze taal terechtgekomen. Ze zijn op verschillende momenten aan dezelfde taal ontleend, soms via een derde taal. Een voorbeeldpaar is zolder en solarium. Beide komen van het Latijnse sōlārium 'dakterras'. Zolder is al in de vroeg-Romeinse tijd aan het gesproken Latijn ontleend en is zo goed ingeburgerd dat... Lees verder →

Komst en basis

Als je broers of zussen hebt, is de kans groot dat je wat van ze weg hebt. Maar hoeveel lijk je op je achter-achter-achternicht? In een lab zullen ze kunnen aantonen dat jullie familie zijn, maar zo op het eerste gezicht zou je het niet zeggen. Hetzelfde geldt voor woorden. Komen, to come en kommen... Lees verder →

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑