'Zooo, kijk daar dan, die gozert op z'n brommert!'De t in het Rotterdamse gozert en brommert is een zogenoemde paragogische t - een klank die oorspronkelijk niet in het woord zat. Wist je dat we zulke t's in het Standaardnederlands ook hebben? Denk aan rijst. Sommige van die t's spellen we als d's, bijvoorbeeld omdat... Lees verder →
Zich uit het Duits
Ons woord zich komt uit het Duits. Voornaamwoorden worden relatief zelden uit andere talen gehaald, maar in het Standaardnederlands is het gebeurd. Zich is als schrijftaalvorm vanuit het oosten onze taal binnengedrongen: hij begon in de zuidoostelijke oorkondetaal, is in de 14e eeuw in dergelijke geschriften in Gelderland aangetroffen en in de 15e eeuw in... Lees verder →
Houdoe
Waar komt het woord houdoe vandaan? Dat is al lange tijd bekend. Toch doen er nog veel misverstanden de ronde. In deze video vertel ik wat de juiste herkomst is en wat er scheelt aan de foute verklaringen. https://youtu.be/wvtvN0OTzuM
Hedde gij
Wie aan het Brabants denkt, denkt vast aan werkwoordsvormen als hedde gij. Waar komt dat -de vandaan? Niet van het Middelnederlandse du. Dat is een misverstand. Het stuk -de is een afgesleten samentrekking van de werkwoordsuitgang en de voorloper van gij: habaiþ jīz (waarbij de þ de th-klank is die je ook in het Engelse... Lees verder →
Naamvallen in het Brabants
Een van mijn favoriete aspecten van mijn Brabantse dialect is zijn naamvalssysteem. Voor- en achternamen worden verbogen al naargelang hun zinsfunctie. Mijn dialect deelt dat verschijnsel met dialecten in delen van Noord-Holland, Zuid-Holland, de Neder-Betuwe en de Bommelerwaard. Benieuwd naar het hele verhaal? In deze video leg ik de naamvallen uit en hoor je audiovoorbeelden... Lees verder →
Datte me toffe jonges zijn
Datte me toffe jonges zijn. Wat doet die e daar achter dat? Het is de e van de eerste persoon meervoud. Maar dat is toch een voegwoord, toch geen werkwoord? Wel, het voegwoord dat wordt vervoegd: het krijgt een werkwoordsuitgang. Voegwoordvervoeging komt in aardig wat streektalen voor. Voorbeelden uit Nederland en Vlaanderen: De meeste streektalen... Lees verder →
Ja-vervoeging
Streektalen zijn schatkamers van bijzonderheden. Een van mijn favoriete curiositeiten is de vervoeging van ja en nee in het West-Vlaams. Beantwoord je een vraag met ja of nee, dan gebruik je de juiste persoonsvorm.'È je de lucht doôd gedoan?' (Heb je het licht uitgedaan?)- 'Joak!' (Ja!)In dat joak zit het woord ik: je zegt er... Lees verder →
Ge- in het Engels en in streektalen
In het Nederlands zeg je gezien en in het Duits gesehen. Maar in het Engels is het seen zonder ge-. Had het Engels vroeger ook ge-? Jazeker, al is het altijd optioneel geweest. Uiteindelijk verdween het uit de taal.De tekst gaat onder de video verder. https://youtu.be/glwN9OgaKEc Buiten de voltooid deelwoorden zijn er nog een paar... Lees verder →
Vroeger rijmden kop en pop niet
Vroeger kende onze taal een verschil tussen twee korte o's: die van kop en die van pop. Het Nederlands is dat verschil nu kwijt, maar in alle windrichtingen vind je dialecten die het bewaard hebben. Hieronder hoor je hoe het klonk (en in mijn dialect nóg klinkt).(De tekst gaat onder de afbeelding verder.) https://youtu.be/bnP0teY1C0E Het... Lees verder →