Oogst, augustus en de pluktijd

Het woord oogst gaat terug op hetzelfde woord als augustus: de Latijnse naam Augustus. In dit artikel vertel ik hoe dat precies zit. Je komt ook te weten wat het woord herfst, het Engelse to earn en het Friese earnje met dit thema te maken hebben. Verder maken we wat korte uitstapjes naar een aantal... Lees verder →

Ver uit elkaar gegroeid

In de zevende eeuw waren de West-Germaanse dialecten zo sterk van elkaar af gaan wijken dat ze onderling nauwelijks meer verstaanbaar waren. Uiteindelijk veranderden ze in het Nederlands, Fries, Duits, Engels en de vele minderheidstalen die de Germaanse wereld rijk is. In de eeuwen waarin ze uit elkaar groeiden, gingen de klanken, de woordvorming, de... Lees verder →

Onherkenbaar Latijn

Gaat het over Latijnse leenwoorden in het Nederlands, dan ligt het voor de hand om aan woorden te denken als museum, professor en agenda. Die leenwoorden zijn via de schrijftaal in het Nederlands terechtgekomen en zien er nog Latijns uit. Tegenover zulke gevallen staat een groep woorden die al heel vroeg aan het gesproken Latijn... Lees verder →

Veel maren

Maar, but, mais, pero - tegenwoordig hebben deze woorden dezelfde betekenis, maar oorspronkelijk betekenden ze geen van alle maar. In deze blogpost kom je te weten wat hun herkomst is en hoe het is gekomen dat ze maar zijn gaan betekenen. MaarOns eigen woord maar komt van het Middelnederlandse ne ware dat, een constructie die... Lees verder →

Germaanse w-woorden in het Romaans

Willem van Oranje heet in het Frans Guillaume d'Orange. Die Franse voornaam, Guillaume, heeft dezelfde oorsprong als Willem: het Germaanse *Wiljahelmaz. Wat direct opvalt is dat de Franse naam met een g begint in plaats van een w. Die g vind je in vroege Romaanse ontleningen van Germaanse w-woorden. Zo is het Franse gant aan... Lees verder →

Krocht, grot en crypte

Het Latijnse woord crypta is drie keer in onze taal terechtgekomen. De eerste keer werd het krocht, de tweede keer grot en de laatste keer crypt(e). Zulke woorden, die van hetzelfde woord afstammen maar elk een andere vorm hebben, heten doubletten. Hoe komt het dat crypte, grot en krocht zo sterk van elkaar verschillen? Dat... Lees verder →

Much en mucho

Het Engelse much en het Spaanse mucho lijken veel op elkaar, maar hebben etymologisch niets met elkaar te maken. Dergelijke woorden heten valse cognaten. Echte cognaten hebben dezelfde voorouder. Je kunt ze vergelijken met broers en zussen of neven en nichten, in tegenstelling tot de valse cognaten, die op elkaar lijken zoals er ook mensen... Lees verder →

Vos, fox, Fuchs en foks

Een kenmerk dat het Nederlands van het Engels, Duits én Fries onderscheidt, is een [s] waar die andere talen [ks] hebben: vos, fox, Fuchs, foks. Het Germaans had een medeklinkercombi die klonk als in daags. Bij ons verdween de g-klank; elders werd hij een [k].De tekst gaat verder onder de afbeelding. De k is in... Lees verder →

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑