“Is er ook een kaart van het woord voor ‘broodje’ in de Brabantse dialecten?” Een lid van Brabanders en hun Taal stelde me die vraag onlangs. Ik kon geen kaart vinden die een goed beeld gaf, dus ik besloot zelf aan de slag te gaan. Door allerlei gegevens te combineren ben ik op bovenstaande kaart... Lees verder →
Toen zijn nog genderneutraal was
De Proto-Germaanse voorloper van ons bezittelijk voornaamwoord zijn was genderneutraal: *sīnaz kon ‘van hem’, ‘van haar’ en ‘van hen’ betekenen. Dat weten we doordat zijn nakomelingen in het Oudnoords, het Gotisch en het Oudengels, vroege Germaanse dochtertalen, nog steeds al die functies hadden, en in de huidige Noord-Germaanse talen, zoals het Noors en Zweeds, geldt dat tot op... Lees verder →
Beleefdheid: slijtage en vervanging
Veel talen hebben naast een informele aanspreekvorm, zoals jij en tu, ook een beleefdheidsvorm, zoals u en vous. U-vormen gebruik je in formele situaties, tegenover iemand met een hogere status, tegenover vreemden van dezelfde of een hogere leeftijd, of om afstand te bewaren. Voor sprekers van het Nederlands en de Romaanse talen is dat de... Lees verder →
Er was eens een er
Er - een klein maar veelzijdig en alomtegenwoordig woord. Moedertaalsprekers van het Nederlands verwerven het al jong en gebruiken het daardoor onbewust, maar wie de taal op latere leeftijd leert, heeft uitleg en oefening nodig om het gebruik van er goed onder de knie te krijgen. Buiten het Nederlands en de streektalen van Nederland en... Lees verder →

