In de vijfde klas van het vwo gaf onze docente Frans ons een ezelsbruggetje voor het leren van de vormen van de toekomende tijd. Ze vertelde dat die lijken op een combinatie van het hele werkwoord met avoir (hebben). In elle chanterai (ze zal zingen) en elles chanteront (ze zullen zingen) zitten dus chanter (zingen)... Lees verder →
Zelf de eigenste
Zelf de eigenste. Dat zou je de letterlijke betekenis kunnen noemen van de Romaanse voorganger van het Franse même, het Spaanse mismo, het Portugese mesmo en het Italiaanse medesimo. Het Romaanse woord verving de oorspronkelijke Latijnse woorden voor dezelfde/hetzelfde én die voor zelf. Hoe is dat zo gekomen? In dit artikel vertel ik over de... Lees verder →
Durven, een verhaspeling
Ons werkwoord durven is een contaminatie van twee heel verschillende werkwoorden: dorren en dorven. Hoe is die verhaspeling ontstaan? Onder de afbeelding vertel ik er alles over. In het Middelnederlands waren er twee werkwoorden die oorspronkelijk niets met elkaar te maken hadden: dorren, dat van het Proto-Germaanse *durzaną kwam, en dorven dat afstamde van *þurbaną... Lees verder →
De vrienden daar ik mee afspreek
(1) Dat is het paard wat ik gekocht heb.Gaan er alarmbellen rinkelen? Op school leren we dat het betrekkelijk voornaamwoord wat in die zin geen correct Standaardnederlands is. In Nederland zeggen de meesten wat, maar er zijn er veel die het fout vinden. Taaladviesdiensten adviseren daarom dat - dus geen w-vorm maar een d-vorm:(2) Dat... Lees verder →
Woorden stapelen
Een kenmerk van de Romaanse talen is dat veel voorzetsels en bijwoorden zijn ontstaan als stapeling van verschillende woorden. Zo is het Spaanse en Portugese voorzetsel para (voor, om te) een combinatie van per (o.a. voor) en a (naar). In de loop van de geschiedenis van de Romaanse talen zijn er op die manier heel... Lees verder →
Alle die mijn vergeten, en sullen die tijt niet weten
In het huisje van Roodkapjes grootmoeder in de Efteling staat een klok met het volgende opschrift: Alle die mijn vergeten, en sullen die tijt niet weten. Wat doet dat woord en daar? Het is niet het voegwoord en, maar het eerste deel van de oude tweeledige ontkenning en ... niet. Hoe kwam het Nederlands aan... Lees verder →
Er was eens een er
Er - een klein maar veelzijdig en alomtegenwoordig woord. Moedertaalsprekers van het Nederlands verwerven het al jong en gebruiken het daardoor onbewust, maar wie de taal op latere leeftijd leert, heeft uitleg en oefening nodig om het gebruik van er goed onder de knie te krijgen. Buiten het Nederlands en de streektalen van Nederland en... Lees verder →
Van van waarvandaan
In het Spaans is het nu al twee keer gebeurd dat het woord waarvandaan gewoon waar is gaan betekenen. Iedere keer wordt er een nieuw waarvandaan-woord gemaakt met de (van, vanaf, van ... vandaan). Zou een hedendaagse Spaanstalige 1500 jaar terug in de tijd kunnen reizen en tegen iemand van het Iberisch schiereiland de dónde... Lees verder →
Het oudste Frans
Hoe klonk het oudste Frans dat op papier is gezet? Samen met dr. Peter-Alexander Kerkhof, expert in onder andere het Oudfrans, heb ik een reconstructie gemaakt van de uitspraak van de oudste Franse tekst die is overgeleverd: de Eed van Straatsburg. Beluister de reconstructie in deze video. Onder de video geef ik een toelichting. https://youtu.be/hj14HliUHOQ... Lees verder →
My brother liken cattes
'Ik mankeer niets!'- 'Neeee!' roepen sommige mensen dan. 'Het is mij mankeert niets! Iets mankeert áán iemand!'Zulke onderwerpswissels zijn verre van vreemd. Ze komen veel voor in de evolutie van talen. Neem het Engelse to like: tegenwoordig zeg je He likes cats. He is het onderwerp en cats zijn het lijdend voorwerp. In het Middelengels... Lees verder →