Stier, toro en de s-mobile

Ons woord stier heeft dezelfde oorsprong als het Spaanse toro. Ook smelten en het Engelse to melt gaan terug op hetzelfde woord, net als strot en throat. Wat hebben die drie woordparen gemeen? Een van de twee woorden heeft steeds een s- die in het andere ontbreekt. Over die wisselvallige s- gaat dit artikel. Reconstructie... Lees verder →

Apotheek, boetiek, bodega

De Nederlandse woorden apotheek, boetiek en bodega hebben dezelfde oorsprong. Alle drie komen ze namelijk van het Oudgriekse ἀποθήκη (apothēkē) 'opslagruimte'. Dat woord heeft een succesvolle carrière gehad. Eerst kwam het in het Latijn terecht en vervolgens kreeg het in de Romaanse dochtertalen nazaten. De nazaten boutique en bodega zijn uiteindelijk in veel talen ontleend.... Lees verder →

Komst en basis

Als je broers of zussen hebt, is de kans groot dat je wat van ze weg hebt. Maar hoeveel lijk je op je achter-achter-achternicht? In een lab zullen ze kunnen aantonen dat jullie familie zijn, maar zo op het eerste gezicht zou je het niet zeggen. Hetzelfde geldt voor woorden. Komen, to come en kommen... Lees verder →

Weten is gezien hebben

Lang geleden was er eens een driekoppige Proto-Indo-Europese woordstam die zien betekende. Elke kop ging zijn eigen weg in de dochtertalen en kreeg nageslacht. Duizenden jaren later en tientallen taalgeneraties verder waren de kinderen van de kinderen van de driekoppige woordstam zo veel van elkaar gaan verschillen qua vorm en betekenis, dat ze bijna niet... Lees verder →

Terugkrijgen wat je uitleent

Soms leen je iets uit wat je vervolgens jaren later in onherkenbare staat terugkrijgt. Dat is wat er gebeurt met terugontleningen: woorden die eerst ontleend worden door een andere taal en daar dan later uit terugkomen in de eigen taal. In de tussentijd kunnen ze qua vorm en betekenis heel wat veranderen. Neem het Middelnederlandse... Lees verder →

Krocht, grot en crypte

Het Latijnse woord crypta is drie keer in onze taal terechtgekomen. De eerste keer werd het krocht, de tweede keer grot en de laatste keer crypt(e). Zulke woorden, die van hetzelfde woord afstammen maar elk een andere vorm hebben, heten doubletten. Hoe komt het dat crypte, grot en krocht zo sterk van elkaar verschillen? Dat... Lees verder →

Life, lijf, blijven, leven en to leave

Het Engelse life gaat terug op het woord waar ook ons lijf vandaan komt. De woorden maken deel uit van een familie waar ook blijven, leven, to leave en en mogelijk zelfs lever bij horen. De betekenis van de wortel die eraan ten grondslag ligt, was kleven, vettig zijn. (Het woord kleven is op geen... Lees verder →

Gas

De meeste woorden worden al millennialang doorgegeven. Gas niet: dat is in de 17e eeuw verzonnen - door een Brusselnaar: Jan Baptista van Helmont. Voordat gas in gebruik kwam, zeiden we stoom tegen alle gassen. Gas is een van de succesvolste Nederlandse uitleenwoorden geworden. Gas is geënt op het woord chaos, dat door Paracelsus al... Lees verder →

Corona

Het woord corona hebben we al vele keren uit het Latijn overgenomen. De eerste keer leverde het ons huidige kruin op. De tweede keer werd het kroon. En de laatste keer... Laten we daar nu maar even over zwijgen. Klik hieronder voor de hele coronastamboom:

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑