De afgelopen maand heb ik opnames geplaatst in het Noordwestgermaans van de vijfde eeuw n.C. en het Gotisch van de vierde eeuw. Vandaag is het de beurt aan het Oudengels van de tiende eeuw n.C. Na een korte inleiding op het Oudengels hoor je een gedicht in de gereconstrueerde uitspraak. Oudengels Oudengels noemen we de... Lees verder →
Germaans uit de vierde eeuw: Gotisch
Het Nederlands heeft een overleden oudtante: het Gotisch. Het Gotisch en de Oostgermaanse tak waartoe het behoort, zijn helemaal uitgestorven. Daar staat tegenover dat er geen één Germaanse taal zo vroeg uitgebreid gedocumenteerd is als het Gotisch: er is een groot deel overgeleverd van de Bijbel in het Gotisch van de vierde eeuw n.C. Verwante... Lees verder →
Germaans uit de vijfde eeuw: Noordwestgermaans
Hoe verder je teruggaat in de tijd, hoe minder we over onze taal weten. Van het Nederlands van honderd jaar geleden zijn er al heel wat minder opnames dan van de taal van nu. Van het vijftiende-eeuwse Nederlands zijn er alleen teksten, en we mogen ons in de handen wrijven bij ieder stukje Oudnederlands van... Lees verder →
‘Zoet’ van 2500 v.C. tot nu
Uit het Proto-Germaanse *swōtija- ‘zoet’ is in de Westgermaanse talen een groot scala aan vormen ontstaan. In het Nederlands werd het woord bijvoorbeeld zoet, in het Engels sweet, in het Duits süß en in het Fries swiet. Hoe zijn al die verschillende vormen uit één en hetzelfde *swōtija- ontstaan? In dit artikel leg ik dat uit en... Lees verder →
‘Factum’ in 2000 jaar
Uit het Latijnse factum 'gemaakt; gedaan; feit' is in de Romaanse talen een groot scala aan vormen ontstaan. In het Italiaans werd het woord bijvoorbeeld fatto, in het Frans fait, in het Portugees feito en in het Spaans hecho. Hoe zijn al die vormen uit factum ontstaan? Aan de basis ligt één lineaire reeks klankveranderingen.... Lees verder →
Drie geboortes van een Spaanse h
In de geschiedenis van het Spaans is er al drie keer een [h]-klank geboren en gestorven. De eerste ontstond en verdween in de voorvader van het Spaans, de tweede ontwikkelde zich in het Oudspaans, en nu krijgen regionale variëteiten van het Spaans de [h] voor een derde maal terug - en in sommige gebieden is... Lees verder →
Lord en lady: broodmensen
Sommige samenstellingen van woorden raken zo vergroeid dat er na eeuwen slijtage geen samenstelling meer in te herkennen is. Dat is bijvoorbeeld gebeurd met de Engelse woorden lord en lady. Die stammen namelijk af van de Oudengelse samenstellingen hlāfweard en hlǣfdīġe. Hoe deze twee woorden zijn ontstaan, wat ze oorspronkelijk betekenden en hoe ze in... Lees verder →
Teekenen en loopen
Wie in de vorige jaren twintig naar school ging, leerde dat teekenen en loopen met een dubbele e en o geschreven werden. Werden de e en o in alle woorden dubbel gespeld? Nee: tegenover teekenen, deelen en beenen stonden rekenen, geven en eten. En loopen, oogen en boomen hadden twee o's, maar in stoken, noten... Lees verder →
Het oudste Frans
Hoe klonk het oudste Frans dat op papier is gezet? Samen met dr. Peter-Alexander Kerkhof, expert in onder andere het Oudfrans, heb ik een reconstructie gemaakt van de uitspraak van de oudste Franse tekst die is overgeleverd: de Eed van Straatsburg. Beluister de reconstructie in deze video. Onder de video geef ik een toelichting. https://youtu.be/hj14HliUHOQ... Lees verder →
Van potēre tot pouvoir
Het Franse werkwoord pouvoir komt van het Latijnse woord potēre. (Dat potēre verving het Klassiek-Latijnse woord posse.) Op weg naar het hedendaagse Frans is potēre bijna onherkenbaar veranderd: de t is verdwenen, er is een v verschenen en de lange ē zien we terug als de tweeklank oi. Hoe is die ontwikkeling gegaan? Je hoort... Lees verder →