Tweede, second en ander

Mijn vorige artikel ging over de woorden voor 'twee' en afleidingen daarvan in de Germaanse en Romaanse talen. Naar aanleiding daarvan deed me een gewaardeerde en trouwe lezer het goede idee aan de hand om ook een keer in te gaan op de bijbehorende rangtelwoorden. Bij dezen! Tweede, het Duitse zweite en het Friese twadde... Lees verder →

Twijfel, tussen, twijg en twist: tweewoorden

Door de eeuwen heen kunnen nauwverwante woorden in vorm en betekenis zo veel van elkaar gaan verschillen dat we ze niet meer herkennen als familie. Dat is in de Germaanse én Romaanse talen gebeurd met een reeks afleidingen van het oerwoord voor 'twee'. In dit artikel vertel ik hoe die tweewoorden ontstaan zijn en hoe... Lees verder →

Justitie en juridisch – rotacisme 2

Op 19 mei verscheen op deze blog een artikel over rotacisme, de klankverandering die de oorzaak is van het verschil tussen ik was en wij waren, verliezen en verloren, en heel wat andere r'en in de West-Germaanse talen. Hier kun je het artikel lezen. Vandaag gaan we verder met deel 2: rotacisme het Latijn en... Lees verder →

Maken, gemak, mak, makker, metselen, match en massa

Wat hebben maken, gemak, mak, makker, metselen, match en massa met elkaar gemeen? De woorden gaan alle terug op een woordstam die 'kneden, vormen' betekende. Klik op de afbeelding voor een woordboom. Die spreekt vandaag voor zich. In een Midden-Brabants gebied dat Tilburg, Reusel en Haaren omvat, bestaat ook het woord gemak in de betekenis... Lees verder →

Was en waren – rotacisme 1

Aan sommige bijzonderheden zijn we zo gewend dat ze ons nauwelijks opvallen. Neem de werkwoordsvormen was en waren. Het enkelvoud heeft een s, terwijl het meervoud een r heeft. Zijn is het enige werkwoord waarvan de verleden tijd zich zo gedraagt; in las en lazen zit bijvoorbeeld geen r. Een r vinden we dan weer... Lees verder →

Weps en wesp, parole en palabra

Het stuk -drop in de plaatsnamen Vlodrop en Geldrop heeft niets met zwarte snoepjes te maken. Het komt namelijk van dorp. De o en de r zijn van plaats gewisseld. Zo'n verwisseling van twee klanken heet metathese. Vandaag kijken we naar vier verschillende vormen van metathese in de Germaanse en Romaanse talen. Geen wetMetathese is... Lees verder →

Goed en slecht

Goed en slecht, een van de hoofdtegenstellingen in elke taal. De woorden die de Germaanse en Romaanse talen voor deze woorden en voor hun trappen van vergelijking gebruiken, hebben een interessante geschiedenis. Sommige woorden werden meer dan tweeduizend jaar geleden al gebruikt in het Germaans en Latijn, andere zijn nadien ontstaan en hebben de oorspronkelijke... Lees verder →

Liggen, leggen en lotgenoten

De werkwoorden liggen en leggen lijken verdacht veel op elkaar en hun betekenis is ook nog eens verwant: als je een boek ergens neerlegt, zorg je ervoor dat het daar komt te liggen. Die gelijkenis is geen toeval: leggen is een afleiding van liggen. Het mechanisme waarmee het ervan afgeleid is, vinden we bij nog... Lees verder →

Beleefdheid: slijtage en vervanging

Veel talen hebben naast een informele aanspreekvorm, zoals jij en tu, ook een beleefdheidsvorm, zoals u en vous. U-vormen gebruik je in formele situaties, tegenover iemand met een hogere status, tegenover vreemden van dezelfde of een hogere leeftijd, of om afstand te bewaren. Voor sprekers van het Nederlands en de Romaanse talen is dat de... Lees verder →

De ou en au, de ei en ij

Wie Nederlands leert lezen en schrijven, komt er niet onderuit: het verschil tussen ou en au en tussen ei en ij. In groep drie leerde ik welke woorden je met een 'otje-ou' schrijft en welke met een 'atje-au', en welke woorden een 'korte ei' hebben en welke een 'lange ij'. Dat was een hele opgave:... Lees verder →

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑