Kerk, church en tsjerke

De woorden kerk, kin en kist zijn in het Engels church, chin en chest. Waar het Nederlands een /k/-klank heeft, hoor je in het Engels een /tsj/-klank. Hoe zit dat? In dit artikel kijken en luisteren we naar klankveranderingen die het Engels een heel ander karakter dan het Nederlands hebben gegeven. Daarbij bespreek ik ook... Lees verder →

Wereld, een oude samenstelling

Woorden als pianokruk, brandweervrouw en toetsenbord zijn transparante samenstellingen. Pianokruk is bijvoorbeeld opgebouwd uit piano en kruk, woorden die allebei ook los gebruikt worden en die je dus goed in de samenstelling herkent. Daartegenover staan woorden die we niet meer herkennen als samenstelling doordat we de delen niet meer los gebruiken. Een voorbeeld is wereld.... Lees verder →

Germaans uit de tiende eeuw: Oudengels

De afgelopen maand heb ik opnames geplaatst in het Noordwestgermaans van de vijfde eeuw n.C. en het Gotisch van de vierde eeuw. Vandaag is het de beurt aan het Oudengels van de tiende eeuw n.C. Na een korte inleiding op het Oudengels hoor je een gedicht in de gereconstrueerde uitspraak. Oudengels Oudengels noemen we de... Lees verder →

Eik en eek, eekhoorn en acorn

Eik is een van de weinige woorden die het Standaardnederlands uit de zuidoostelijke streektalen heeft overgenomen. Hoe is dat zo gekomen? Wat heeft eek 'eikenschors' ermee te maken? Hangt dat woord samen met eekhoorn? En heeft dát op zijn beurt weer iets te maken met het Engelse acorn 'eikel'? In dit artikel lees je hoe... Lees verder →

Germaans uit de vierde eeuw: Gotisch

Het Nederlands heeft een overleden oudtante: het Gotisch. Het Gotisch en de Oostgermaanse tak waartoe het behoort, zijn helemaal uitgestorven. Daar staat tegenover dat er geen één Germaanse taal zo vroeg uitgebreid gedocumenteerd is als het Gotisch: er is een groot deel overgeleverd van de Bijbel in het Gotisch van de vierde eeuw n.C. Verwante... Lees verder →

Donar en Wodan

Voordat de god van het christendom ten tonele werd gevoerd, hingen de Germaanstalige volkeren in onze streek een polytheïstische godsdienst aan. Een voorname rol in dat geloof hadden de goden die we nu Donar en Wodan noemen. Dat we die namen gebruiken, is opmerkelijk. Ze zijn namelijk niet Nederlands. Waar komen ze dan vandaan? Hoe... Lees verder →

Knaaien, verloren familie van to know

Het Engelse to know is een eenzaam werkwoord: het is door de eeuwen heen alle Germaanse familieleden kwijtgeraakt behalve het IJslandse knega en het Schotse to knaw. Als zijn Nederlandse en Duitse tegenhangers nog hadden bestaan, hoe hadden die dan geklonken? En hoe weten we dat? Om daarachter te komen moeten we terug naar de... Lees verder →

Romeinen die heel soms Germanen verstonden

De Germaanse talen kun je zien als nichtjes van de Romaanse. Ze delen kenmerken die ze hebben geërfd van hun gemeenschappelijke voorouder. Ons woord moeder heeft bijvoorbeeld dezelfde oorsprong als het Spaanse madre, en het Duitse (sie) sind gaat op dezelfde oervorm terug als het Franse (ils) sont. Zulke gelijkenissen kunnen helpen bij het leren... Lees verder →

‘Factum’ in 2000 jaar

Uit het Latijnse factum 'gemaakt; gedaan; feit' is in de Romaanse talen een groot scala aan vormen ontstaan. In het Italiaans werd het woord bijvoorbeeld fatto, in het Frans fait, in het Portugees feito en in het Spaans hecho. Hoe zijn al die vormen uit factum ontstaan? Aan de basis ligt één lineaire reeks klankveranderingen.... Lees verder →

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑