Op 19 mei verscheen op deze blog een artikel over rotacisme, de klankverandering die de oorzaak is van het verschil tussen ik was en wij waren, verliezen en verloren, en heel wat andere r'en in de West-Germaanse talen. Hier kun je het artikel lezen. Vandaag gaan we verder met deel 2: rotacisme het Latijn en... Lees verder →
Beleefdheid: slijtage en vervanging
Veel talen hebben naast een informele aanspreekvorm, zoals jij en tu, ook een beleefdheidsvorm, zoals u en vous. U-vormen gebruik je in formele situaties, tegenover iemand met een hogere status, tegenover vreemden van dezelfde of een hogere leeftijd, of om afstand te bewaren. Voor sprekers van het Nederlands en de Romaanse talen is dat de... Lees verder →
De ou en au, de ei en ij
Wie Nederlands leert lezen en schrijven, komt er niet onderuit: het verschil tussen ou en au en tussen ei en ij. In groep drie leerde ik welke woorden je met een 'otje-ou' schrijft en welke met een 'atje-au', en welke woorden een 'korte ei' hebben en welke een 'lange ij'. Dat was een hele opgave:... Lees verder →
De x van faux, voix en prix
Typisch voor het Frans is de x op het eind van allerlei woorden: faux, voix, eux, beaux, prix. Hij wordt niet uitgesproken als /ks/, de klank van onze eigen letter x, en in de Latijnse woorden waar de Franse x-woorden vandaan komen, zat ook geen x: faux komt bijvoorbeeld van falsum (vals) en voix van... Lees verder →
Er was eens een er
Er - een klein maar veelzijdig en alomtegenwoordig woord. Moedertaalsprekers van het Nederlands verwerven het al jong en gebruiken het daardoor onbewust, maar wie de taal op latere leeftijd leert, heeft uitleg en oefening nodig om het gebruik van er goed onder de knie te krijgen. Buiten het Nederlands en de streektalen van Nederland en... Lees verder →

