Een tijd geleden stelde iemand mij een verrassende vraag: 'Yoïn, zijn er meer talen op de wereld waarin sommige maandnamen dezelfde uitspraak hebben als voornaamwoorden? In het Nederlands heb je mei en mij, en juli en jullie.' Ik raakte even van mijn à propos. Juli en jullie spreek je toch niet hetzelfde uit? Ik niet... Lees verder →
Een Proto-Germaanse kinderboerderij
Tweeduizend jaar geleden waren er natuurlijk nog geen kinderboerderijen, maar de woorden voor de dieren die je in die minidierentuinen vindt, bestonden toen al. Ze zagen er alleen nog heel anders uit. In dit artikel vind je vier infographics, die de Proto-Germaanse reconstructies tonen van zestien woorden voor dieren. En dat niet alleen: je ziet... Lees verder →
Taal wordt niet simpeler
Het is een hardnekkig misverstand dat talen door de eeuwen heen simpeler worden. Als dat zo was, waren we allang op een nulpunt uitgekomen. Ja, talen veranderen continu, maar dat gaat twee kanten op: er gaat wat af en er komt wat bij. Zo blijft de taal altijd functioneel. In dit artikel kijken we naar... Lees verder →
Dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag
Vorige maand heb ik vier video's gemaakt over de herkomst van de Engelse weekdagnamen Tuesday, Wednesday, Thursday en Friday. In die video's zie en hoor je hoe de uitspraak de uitspraak in de afgelopen 2300 jaar stap voor stap is veranderd volgens de taalwetenschappelijke reconstructie. Hieronder kun je alle vier de video's bekijken. Ze worden... Lees verder →
Toen zijn nog genderneutraal was
De Proto-Germaanse voorloper van ons bezittelijk voornaamwoord zijn was genderneutraal: *sīnaz kon ‘van hem’, ‘van haar’ en ‘van hen’ betekenen. Dat weten we doordat zijn nakomelingen in het Oudnoords, het Gotisch en het Oudengels, vroege Germaanse dochtertalen, nog steeds al die functies hadden, en in de huidige Noord-Germaanse talen, zoals het Noors en Zweeds, geldt dat tot op... Lees verder →
Gaarne, graag en gretig
Ze lijken op elkaar en zitten in dezelfde betekenishoek: gaarne, graag en gretig. Maar in hoeverre zijn deze woorden ook echt etymologisch verwant? Leestijd: 5 minuten. Gaarne Het woord gaarne boert achteruit. We vinden het nog weleens in formeel gesproken Nederlands maar vooral in wat formeler geschreven Nederlands. In informeler taalgebruik is het zeker in... Lees verder →
Kerk, church en tsjerke
De woorden kerk, kin en kist zijn in het Engels church, chin en chest. Waar het Nederlands een /k/-klank heeft, hoor je in het Engels een /tsj/-klank. Hoe zit dat? In dit artikel kijken en luisteren we naar klankveranderingen die het Engels een heel ander karakter dan het Nederlands hebben gegeven. Daarbij bespreek ik ook... Lees verder →
Germaans uit de tiende eeuw: Oudengels
De afgelopen maand heb ik opnames geplaatst in het Noordwestgermaans van de vijfde eeuw n.C. en het Gotisch van de vierde eeuw. Vandaag is het de beurt aan het Oudengels van de tiende eeuw n.C. Na een korte inleiding op het Oudengels hoor je een gedicht in de gereconstrueerde uitspraak. Oudengels Oudengels noemen we de... Lees verder →
‘Zoet’ van 2500 v.C. tot nu
Uit het Proto-Germaanse *swōtija- ‘zoet’ is in de Westgermaanse talen een groot scala aan vormen ontstaan. In het Nederlands werd het woord bijvoorbeeld zoet, in het Engels sweet, in het Duits süß en in het Fries swiet. Hoe zijn al die verschillende vormen uit één en hetzelfde *swōtija- ontstaan? In dit artikel leg ik dat uit en... Lees verder →
Was en waren – rotacisme 1
Aan sommige bijzonderheden zijn we zo gewend dat ze ons nauwelijks opvallen. Neem de werkwoordsvormen was en waren. Het enkelvoud heeft een s, terwijl het meervoud een r heeft. Zijn is het enige werkwoord waarvan de verleden tijd zich zo gedraagt; in las en lazen zit bijvoorbeeld geen r. Een r vinden we dan weer... Lees verder →

