Spelling als versiering

Het Frans is berucht om de letters die je niet uitspreekt. Neem parler ‘praten’, clef ‘sleutel’ en doigt ‘vinger’: de vetgedrukte letters worden niet uitgesproken. Sommige klonken in het Oudfrans nog wél. Parler rijmde destijds op cher, en clef klonk als ons woord klef. Maar met bepaalde letters is meer aan de hand.

Doigt was in het Oudfrans nog doit zonder g. Schrijvers voegden die g pas in de Middelfranse periode toe. Ze wilden doigt laten lijken op het woord waar het vandaan kwam: het Latijnse digitus, dat zijn g al vroeg verloor. In dit artikel ga ik in op dit soort spellingsversieringen en op de blunders die daarbij soms gemaakt zijn. Ik sluit het artikel af met een video waarin je de besproken woordontwikkelingen hoort.


Het prestige van het Latijn

De meeste Nederlandstaligen zegt het Germaans niet veel. Op school leren we niets over de gemeenschappelijke voorouder van de Germaanse talen, en bijna alles wat taalkundigen ervan weten, is gebaseerd op reconstructies. Veel allure heeft ons taalverleden helaas ook niet: wie denkt aan de ijzertijdvolkeren die we nu Germanen noemen, ziet waarschijnlijk vooral beelden van kleine nederzettingen.

Sprekers van Romaanse talen kijken terug op een heel ander taalverleden. Hun talen stammen immers af van het geroemde Latijn. Er zijn teksten bewaard gebleven vanaf de zevende eeuw voor Christus, waarvan een deel nog steeds wordt gelezen, de taal wordt onderwezen op scholen over de hele wereld, en in het christendom en bepaalde takken van de wetenschap speelt het geschreven Latijn nog altijd een rol. Wie aan het Latijn denkt, zal waarschijnlijk eerder Cicero zien die oreert in de senaat dan een boerengezin dat het land bewerkt in een nederzetting op Sardinië.

Lenen bij grootmoeder Latijn

De erfenis van de klassieke oudheid kreeg in de Renaissance een grotere rol dan ooit tevoren. Europese schrijvers namen een voorbeeld aan het werk van Romeinen en verrijkten hun eigen taal met Latijnse woorden.

Sprekers van de Romaanse talen grepen ook in de spelling terug op het Latijn. Zo werd de h – die al in de tijd van Caesar en Cicero verdwenen was uit het taalgebruik van iedereen behalve de elite – weer gespeld daar waar het Latijn hem had. Het Spaanse ombre ‘man’ werd bijvoorbeeld hombre, want het kwam van hominem, en het Franse ostel ‘onderkomen’ werd hostel, want het kwam van hospitāle. Die h’s stonden er alleen voor de sier: niemand sprak ze uit.

Franse versieringsdrift

De Romaanse talen verschillen in de mate waarin hun spelling vandaag de dag Latijnse versiersels bevat. De Italiaanse spelling kent er geen, terwijl het Frans er vol mee zit. In de paragrafen die volgen gaan we de Franse versieringsdrift van dichtbij bekijken. Dat doen we op basis van drie categorieën: klinkers, medeklinkers en blunders.

Klinkers

In het Oudfrans waren er twee tweeklanken met een e en een u: eu en ue. Die eerste klonk aanvankelijk als /eeuw/, later als /uhw/, en kwam van de Latijnse lange ō. Sōlum ‘alleen’, flōrem ‘bloem’ en nepōtem ‘neef’ waren bijvoorbeeld in seul, fleur en neveu veranderd. De korte o was daarentegen ue geworden, een tweeklank die eerst op die van het Spaanse bueno leek en later een /wuh/-klank kreeg. *Potet ‘(hij/zij) kan’ werd puet, *volent ‘(zij) willen’ werd vuelent, en novem ‘negen’ werd nuef.

In het late Oudfrans verloor zowel de eu als de ue zijn /w/-element. Daardoor vielen ze samen tot de uitspraak die we kennen van de huidige eu. De spelling ue raakte in onbruik en eu werd voortaan in alle gevallen gebruikt: puet werd peut.

Maar daar bleef het niet bij. In de Middelfranse periode vonden schrijvers het een goed idee om bepaalde – maar niet alle! – woorden met een eu meer op hun Latijnse voorouder te laten lijken door een o tegen de e aan te schrijven. Het woord voor ‘zus’ werd sœuin navolging van het Latijnse soror, veu ‘wens’ werd vœu vanwege vōtum, en œuf ‘ei’ kreeg de o van ovum.

Œil en cueillir
Het woord œil 'oog' is bijzonder: dat komt van het Oudfranse ueil (uitgesproken als iets wat lijkt op /wulj/) maar is zijn u verloren; je zou *œuil verwachten.

Met cueillir is iets anders aan de hand: daarin is de schrijfwijze van de oude tweeklank ue behouden, waarschijnlijk omdat de schrijfwijze eu had betekend dat de c vervangen moest worden door de qu: *queuillir, omdat de c voor een e als /s/ klinkt. Vergelijk queue 'staart' met /k/ en ceux 'degenen' met /s/. Voor de schrijfwijze *cœuillir, zoals in cœur 'hart', is ook niet gekozen. (Ja, het is een rommeltje.)

Medeklinkers

Nog veel gretiger waren Franstaligen met de import van Latijnse medeklinkers. Woorden kregen in het Middelfrans allerlei Latijnse medeklinkers in hun spelling.

Een klein beetje handig
In sommige gevallen helpen de ingevoegde medeklinkers ons vandaag de dag om op schrift woorden of betekenissen te onderscheiden. Het Latijnse dēbet ‘(hij/zij) moet’ en digitum ‘vinger’ waren in het Oudfrans bijvoorbeeld allebei in doit veranderd, maar het doit dat ‘vinger’ betekende, kreeg in het Middelfrans de g van digitum: doigt.

Een zelfde soort tweetal zijn puis ‘vervolgens’ en puits ‘put’. Het eerste komt van *posteus en het tweede van puteum. In het late Oudfrans werden ze beide als puis geschreven, maar later kreeg het putwoord een Latijnse t.

In sommige gevallen zijn zelfs de betekenissen van één en hetzelfde woord onderscheiden. In het Oudfrans betekende conter zowel ‘tellen’ als ‘vertellen’, maar in het Middelfrans kreeg het woord in de betekenis ‘tellen’ de Latijnse m en p van computāre. Daardoor staat compter nu tegenover conter, terwijl het in feite om één en hetzelfde woord met één en dezelfde herkomst gaat. Ter vergelijking: in het Italiaans is het in beide gevallen contare.

Nutteloos
Vaak zijn de toegevoegde medeklinkers puur van ornamentele aard. Tens ‘tijd’ werd veranderd in temps vanwege tempus, en set ‘zeven’ kreeg de vorm sept om het te laten lijken op septem.

Soms was de toevoeging onhandig. Het Oudfranse vint ‘twintig’ kwam bijvoorbeeld van gintī, maar toen er een g in werd gezet, kwam die niet vóór de n te staan zoals in het Latijn, maar erna: vingt.

Voix ‘stem’ en paix ‘vrede’ hebben hun x van vōx en pāx terwijl ze niet van deze eerstenaamvalsvormen afstammen maar van de vierdenaamvalsvormen vōcem en pācem.

Voice en pais
In het Oudfrans waren voix en paix aanvankelijk nog voiz en paiz. De z stond destijds voor een /ts/-klank. Later verdween de /t/ en ontstonden de schrijfwijzen vois en pais. De uitspraak van het eerste woord is behouden in het Engelse leenwoord voice, en die van het tweede in ons woord pais (en vree).

Een bijzonder geval is de achternaam Lefebvre. Die komt van het Franse le fevre en betekent dus letterlijk ‘de smid’. Om de naam meer status te geven zijn mensen de b van het Latijnse fabrem toe gaan voegen. Dat leverde de potsierlijke spelling Lefebvre op, met dus zowel de Latijnse b als de v waar de b in het Frans in veranderde.

Er zijn ook woorden die hun Latijnse versiering intussen weer kwijt zijn. Faict ‘feit’, soubs ‘onder’ en droict ‘recht’, met de medeklinkers van factum, subtus en dīctum, zijn weer gewoon fait, sous en droit geworden.

To doubt
Het Franse douter 'twijfelen' heeft een tijdje de b van het Latijnse dubitāre in zijn spelling gehad: doubter. Nu is die b weer weg. Het Engelse to doubt heeft nog wél zo'n stille b, maar die hebben de Engelstaligen op eigen houtje toegevoegd. Het werkwoord komt namelijk van het Oudfranse b-loze douter en is in het Middelengels eerst nog een hele tijd douten geweest voordat de Latijnse b overgenomen werd.

Blunders

Dankzij de inspanningen van taalwetenschappers weten wij tegenwoordig van nagenoeg elk woord waar het vandaan komt. In de Renaissance was dat nog heel anders: de taalwetenschap bestond nog niet en alles wat over taal beweerd werd, was nattevingerwerk. Etymologie was in het gunstigste geval een kwestie van “Woord A lijkt op woord B en komt er dus vandaan”.

Door verkeerde Latijnse associaties hebben bepaalde woorden een medeklinker gekregen die van een Latijns woord komt dat er niets mee te maken heeft. Zo werd pois ‘gewicht’ veranderd in poids vanwege een verkeerde associatie met het Latijnse pondus, aangezien poids afstamt van het d-loze pēnsum.

Het grootste versieringsmonster is gelukkig gesneuveld: sçapvoir. Dat was een Middelfranse chimaera waarin zowel *sapēre ‘weten’ als scīre ‘weten’ verwerkt was. Sçapvoir moest de allure van twee Latijnse weetwoorden krijgen, terwijl het met scīre niets te maken had.


In de video hieronder hoor en zie je de ontwikkeling van het merendeel van de woorden die ik in dit artikel besproken heb. Daaronder sluit ik af met een uitstapje naar het Nederlands.

Versieringen in het Nederlands
Kent het Nederlands ook spellingsversieringen? Niet zoals het Frans. Doordat er geen geschreven bronnen van het Germaans bestaan en we tot in de negentiende eeuw geen idee hadden van hoe die taal ooit had geklonken, hebben we nooit terug kunnen grijpen op haar pracht en praal. We zijn daardoor nooit op het onzalige idee gekomen om bijvoorbeeld oohm te schrijven vanwege zijn herkomst *awahaimaz.

Ik kan één woord bedenken dat we wél zelf opgesmukt hebben, maar niet op basis van het Germaans. Het woord thee had oorspronkelijk geen h maar heeft er volgens Van der Sijs (2005; 394) waarschijnlijk een gekregen voor een Griekse sfeer; theedrinken was aanvankelijk namelijk iets prestigieus.

Het is belangrijk om hierbij het verschil tussen versierde en conservatieve spellingen voor ogen te houden. De w in het woord erwt is bijvoorbeeld niet later toegevoegd naar het voorbeeld van het Germaanse *arwaits maar is gewoon behouden in de spelling nadat hij uit de uitspraak was weggevallen. Het is dus geen versiering maar een relict, net zoals de s in het Franse bois 'bos' een relict is uit de tijd dat er nog daadwerkelijk een /s/ klonk.

2 gedachten over “Spelling als versiering

Voeg uw reactie toe

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: